De afgelopen tijd verschenen krantenkoppen zoals: “De Belastingdienst gaat weer handhaven op schijnzelfstandigheid.” Dit riep onrust op onder zzp’ers, vooral omdat per 1 januari 2025 de handhaving van de wet DBA zou worden hervat. Echter, vorige week bleek dat de Belastingdienst voorlopig geen extra handhavers inzet. Wat betekent dit voor zelfstandigen en hun opdrachtgevers?
Volgens Knab maakte 36% van de zzp’ers zich zorgen over de handhaving van schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst per 2025. 13% van de zzp’ers verwacht als schijnzelfstandige te worden aangemerkt zodra er gehandhaafd wordt. De percentages liggen het hoogst binnen de sectoren overheid (28%), IT (21%) en Media & Communicatie (21%). In deze sectoren werken zzp’ers vaak langdurig aan één opdracht en zijn daarbij voor hun volledige inkomen afhankelijk van één opdrachtgever.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Laten we bij het begin beginnen. Schijnzelfstandigheid betekent dat je jezelf voordoet als ondernemer, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval is. Dit is onwenselijk, vooral omdat een werknemer veel beter beschermd is dan een zelfstandige. In de meeste gevallen is het dus ook in het belang van de zelfstandige dat hierop wordt gecontroleerd.
Schijnzelfstandigheid wordt beoordeeld aan de hand van de wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties) en hierover was de laatste tijd behoorlijk wat te doen. Al jaren handhaaft de Belastingdienst deze wet niet actief. Dat zou veranderen; er werd een team opgezet binnen de Belastingdienst en menig zzp’er was in rep en roer. Afgelopen vrijdag werd echter bekendgemaakt dat niemand zich zorgen hoeft te maken, aangezien de controle voorlopig niet doorgaat.
Ben jij eigenlijk wel echt ondernemer?!
Een inschrijving bij de Kamer van Koophandel maakt iemand nog geen ondernemer. Ook met een KvK-inschrijving kun je voldoen aan de voorwaarden van loondienst, waardoor schijnzelfstandigheid ontstaat.
Om te bepalen of er sprake is van loondienst, dien je aan twee voorwaarden te voldoen:
- er is geen sprake van een dienstbetrekking; en
- er is geen sprake van een fictieve dienstbetrekking.
Er mag geen sprake zijn van een dienstbetrekking, dit houdt in dat:
- er geen gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is;
- opdrachtnemer de mogelijkheid heeft om derden in te huren voor de opdracht; en
- er geen loon wordt betaald, zo is er geen betaling van vakantiegeld en geen doorbetaling bij ziekte.
De gezagsverhouding is vooral belangrijk om te beoordelen
De gezagsverhouding is cruciaal en hier gaat het vaak mis. Veel opdrachtgevers hebben wel een gezagsverhouding over de opdrachtnemer. Ze bepalen bijvoorbeeld hoe, waar en wanneer aan de opdracht wordt gewerkt. Als er in loondienst vergelijkbare functies zijn, wordt de opdrachtnemer vaak betrokken bij dat team en moet hij of zij dezelfde aanwijzingen en instructies volgen. In dat geval is er geen sprake van ondernemerschap, maar van een dienstverband.
Meer over de fictieve dienstbetrekking kan je hier lezen: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/arbeidsrelaties/content/wanneer-is-sprake-van-loondienst
Feitelijke situatie geeft altijd de doorslag; wat er op papier staat, maakt dan niet uit
Hoewel overeenkomsten dit op papier kunnen beperken, is de feitelijke situatie belangrijker dan wat er op papier staat. Om te beoordelen of er sprake is van een dienstbetrekking, wordt altijd naar de feitelijke situatie gekeken. Dus ook al staat er op papier dat jij zelf mag bepalen waar en wanneer je werkt, als je in de praktijk elke maandag op het kantoor van de opdrachtgever zit en je krijgt opdrachten over hoe je je werk moet doen, dan is er op dat moment sprake van een dienstbetrekking.
Sinds de invoering van de wet DBA is er al veel onduidelijkheid over de wet
Sinds de invoering van de wet DBA in 2016 bleek er al veel onduidelijkheid te bestaan over de criteria en de uitvoering ervan. Om opdrachtgevers en zzp’ers de tijd te geven om zich aan te passen aan de nieuwe regels, werden de bestaande regels tijdelijk niet gehandhaafd. Hierdoor heeft de Belastingdienst sinds 2016 geen boetes of naheffingen opgelegd aan opdrachtgevers of zzp’ers die mogelijk niet voldoen aan de regels van de wet DBA. Alleen bij duidelijke gevallen van kwaadwillend optreden zijn er boetes en naheffingen opgelegd.
Per 1 januari 2025 zou er wel gehandhaafd worden
Het aantal zzp’ers stijgt en veel zzp’ers zijn sterk afhankelijk van één opdrachtgever. Hierdoor ontstaat een situatie die vergelijkbaar is met loondienst, maar de zzp’er krijgt niet de bescherming die hij of zij zou krijgen in loondienst. Met deze constructie bespaart de opdrachtgever veel werkgeverslasten, wat onwenselijk is. Om die reden zou er weer gehandhaafd worden op schijnzelfstandigheid.
Momenteel zijn er 80 ambtenaren bij de Belastingdienst bezig met de controles. Er worden geen extra ambtenaren aangenomen, en er wordt ook niet meer of minder gecontroleerd. Bovendien zal de controle niet met terugwerkende kracht plaatsvinden, dus er zullen geen naheffingen en boetes worden opgelegd voor de periode vóór 2025. De Belastingdienst zal eerst de opdrachtgevers controleren en pas daarna de zzp’ers.
VVD-Tweede Kamerlid Thierry Aartsen sprak met RTL Nieuws over het handhaven van schijnzelfstandigheid en is hier sterk op tegen. Dit komt mede doordat de overheid zelf sterk afhankelijk is van zzp’ers die voor één opdrachtgever werken. Een controle op schijnzelfstandigheid zou dan kunnen leiden tot personeelstekorten, bijvoorbeeld in het gevangeniswezen, bij het COA en bij de Belastingdienst, volgens VVD-Kamerlid Aartsen. Hij schetste een scenario waarin door personeelsproblemen geen blauwe brieven meer verstuurd zouden worden. “Dat is één dag heel leuk als die brieven niet worden verstuurd, maar voor onze samenleving is het verstandig als we allemaal belasting betalen.”
Er komt een nieuwe wet, op zijn vroegst per 2026
Ondertussen werkt de overheid aan een nieuwe wet die de wet DBA zal vervangen en die de onduidelijkheden moet verhelpen. Deze wet zal op zijn vroegst in 2026 in werking treden. Opdrachtgevers en zzp’ers blijven daardoor voorlopig in onzekerheid, omdat niet duidelijk is wat er in de tussentijd van 1 januari 2025 tot de nieuwe wet zal gebeuren.
Politiek ligt op één lijn met de focus van de nieuwe wet
In de Tweede Kamer lijkt er grotendeels overeenstemming te zijn over de wensen voor de nieuwe wet. De VVD legt de focus op zelfstandigen die tegen hun wil zzp’er zijn geworden en op zij die onder het minimumloon verdienen. De BBB steunt dit standpunt en er heerst breed gedragen overeenstemming dat de individuele zzp’er niet te zwaar belast moet worden. Tegelijkertijd moeten misstanden wel worden aangepakt.
De discussie rondom schijnzelfstandigheid blijft complex en vol onzekerheden. Voorlopig blijft de handhaving beperkt, maar de wetgeving zal onvermijdelijk strenger worden. Bereid je daarom goed voor en zorg dat je werkrelaties voldoen aan de eisen van echt ondernemerschap. Heb jij vragen stuur gerust een mail naar info@emmastaxlaw.nl, wij helpen je graag!